Dag 10: 7 augustus van Kjul Strand naar Skagen Klitplantage | 33,2 km

8 augustus 2022 - Skagen Klitplantage, Denemarken

Om acht uur ga ik de tent uit. Voor bij de camping koop ik twee broodjes. Eéntje peuzel ik op. De andere gaat mee voor onderweg. Dan start ik rustig met rommelen. De spullen en de droge tent in de rugzak. Dan nog even langs de pisbak en de tandenpoetsen. Rond negen uur ben ik er klaar voor. Een jongen die gisteren op de fiets passeert mij. Als ik vraag waar hij heen gaat dan vertelt hij naast Skagen. Dan nog Sweden en uiteindelijk in Hamburg met de trein naar huis. Hij is gestart in mei en heeft er al 4000 kilometer opzitten. Zwitserland komt hij vandaan. Eind augustus is hij uitgefietst.

Als ik klaar ben loop ik achter van de camping. Door een stukje duin en dan ben ik om kwart over negen op het strand. Het is weer een autostrand. Allerlei campers en auto's zijn al aanwezig. De zon schijnt dus het is goed dat ik mij ingesmeerd heb. Er worden mooie zandkastelen gebouwd. De wind is niet al te veel aanwezig. Achter mij zie ik Hirtshals liggen. Zonder regenhoes wappert mijn Friese vlag weer in de wind. Heldere luchten dus ik denk Skagen te kunnen zien in de verte. Lam ook maar zo zijn dat het nog weer om een bocht ligt. Breed strand is het hier weer. In de duinen is het bosrijk. Fijn dat ik over het strand kan.

Zodra ik een beetje bij een strandopgang weg ben is er weer niemand te bekennen. Strandopgang Uggerby laat ik rechts liggen. Kort zijn de duinen nagenoeg even hoog als het strand. Het duurt niet lang dan komt er weer meer hoogteverschil.

Even het strand af op 7,6 kilometer. Uggerby River moet namelijk overgestoken worden. Een stukje door de duinen. Dan een mooie houten brug en een lange vlonder. Voor mij loopt iemand met een Bordercollie. Wanneer ik bij hem ben blijkt hij oorspronkelijk uit Noorwegen te komen. Hun woont nu in Aalborg vanwege werk. Hij loopt twee dagen van Hirtshals naar Skagen. Lopen naar de Noordkaap komt ter sprake. Het is meer als survivallen hebben we het over. En je moet veel meer eten meenemen. Dus zwaar bepakt reizen. De hond heeft veel energie. Elke keer weer een nieuwe stok meesjouwen. Bij tien kilometer de strandopgang Tversted neem ik pauze. We schudden handen. Hij heet Philip en ik heet Jan. De strandtent levert mij een beker organische thee. Dan videobel ik even met Bauke en Marieke. Om half twaalf loop ik weer verder.

Twee straaljagers vliegen laag over de zee langs het strand. Inmiddels is het weer wat bewolkt geworden. Om te wandelen in het geheel niet erg. Een boomstam op het strand gunt mij even mijn linkerschoen opnieuw aan te doen. Heel ver weg is weer iets van een vuurtoren te zien. Met wat kunst en vliegwerk een waterstroom over. Drie stevige Duitsers zijn aan het ringgooien op het strand. Op 16,9 kilometer is er kwart voor één strandopgang Skiveren. Er staat ook een openbaar toilet en een picknickbank. Niet heerlijk uit de wind maar wel te doen. Het wordt mijn middagpauze. Heet water met de primus en het keteltje. Even in de luwte van het toilet en de paraplu. En dan een cup a soup en een broodje.

Een Duita echtpaar vergezelt mij aan de tafel. Bij Skiveren is ook de camping. Maar betreft de kilometers en de tijd lijkt het mij niets hier te stoppen. Voor mijn gevoel heb ik dan ook geen andere keus dan door te lopen. Het ligt wel lekker even op de picknicktafel. De trui kan erbij aan vanwege de wind maar het is prima. Rond kwart over één vervolg ik mijn weg. Weer op het strand en lopen maar. Gelijk tref ik drie half in het strand verzonken bunkers. En er zijn hoge duinen die hevig hebben te lijden aan erosie. Het is echt weer even warmlopen. Nu en dan helpt de zon daarbij. Evenzogoed had ik niet kunnen bedenken dat het mogelijk was nog zoveel dagen op het strand te lopen.

Als er helemaal niks op mijn bestemming is wil ik er niet te vroeg aankomen. Echter de vaart er een beetje uithouden blijkt lastig. Een ander ritme moet goed wennen. Een mede wandelaar helemaal bepakt en bezakt loopt met Nordic walking stokken. Zijn tempo is  lager. Dat lukt mij niet. Stipt twee uur heb ik 20,5 kilometer gelopen. Duinen zijn weer een stuk hoger en hebben last van erosie. Op een bordje erbij wordt gewezen op het gevaar. Uiteindelijk wordt Hirtshals steeds minder goed te zien. Zeearenden verschansen zich aan een rode zeehond. Er wordt weer gevliegert.

Het is nu helder genoeg om schepen op zee te zien varen. In de verte zie ik een vrachtschip en een vissersboot. Turfachtige brokstukken vallen hier van de kliffen. Hele hoogten zijn het. Bovenin weer vogelnestjes. Het strand is hier helemaal nat. Maar het staat niet onder water. Grote brokken liggen op het strand. Het water dat er vanaf komt is bruin. Zodra het strand weer wat droger wordt zijn daar ook weer een aantal bunkers in verval.

Een man komt met een kano en gaat de zee op. Dan op 25 kilometer ga ik om drie uur in de luwte van de rugzak even op een picknickbank zitten. De wind maakt het niet erg aangenaam maar de benen kunnen even strekken. Dat is fijn! Het aanwezige strandtentje is dicht. Zo te zien op de kaart is dit de laatste stop voor mijn einddoel vandaag. Met een kwartiertje rust haal ik het vast en zeker. De WC is wel open. Daar maak ik even dankbaar gebruik van. Het water wat ik verbruikt heb kan ik er ook weer aanvullen. Voordat ik koud wordt ga ik dan ook maar weer. 

Nog een dode zeehond. En dan ligt er een dood dier in het water. In ieder geval iets met vier poten. Het stinkt een uur in de wind. Snel doorlopen! Een zeven kilometer loop ik over het strand. De zon is heerlijk van de partij. Een paar Nederlanders in een grote soort van legertruck rijden over het strand. De route over het strand wordt aangegeven door een bordje met Nordsøstien. Ondertussen ben ik denk ik al meer dan een niemand meer tegengekomen. Verderop lopen wel weer een paar. Na 32,4 kilometer om kwart voor vijf kom ik bij een opening tussen twee duinen. Het is mul zand. Maar voor nu verlaat ik even de zee. Een beetje hoger zijn heel bijzondere creaties. De wind heeft een sculptuur uit het zand gesneden. Ze zijn maar 30 centimeter groot. Het lijkt heel apart. Boven op een schitterend uitzicht op de zee. En de andere kant uit over het bos. De man van camping Bulbjerg voorspelde dat de paddestoelen uit de grond zouden schieten. Dat vanwege de regen die gevallen is. Vandaag zag ik er inderdaad al verschillende.

Beneden aan de duin ga ik verder over een karrenspoor tussen de bomen door. Een mountainbikster komt mij tegemoet. Dan aan de linkerhand een piepklein beschut plekje op de hoek van het bos. Net achter de duinen. Skagen Klitplantage. Dus niet Skagen. Een jongeman en jongedame zijn er al met de tent. Mijn tent past er precies bij. Hun namen ben ik vergeten. Er is zoals gedacht geen water. Geen internet. Geen douche en wc. Maar het zal hem wel redden. De tent staat kwart over vijf. 33,2 kilometer op de teller. Dus ik ben zeer tevreden.

Het stel komt uit Kopenhagen. Ze hebben Skagen bezocht. Nu zitten ze in deze omgeving op shelterplekken in de tent. Ze wandelen wat. kleine stukjes. Tien kilometer bijvoorbeeld. Tsja... zij liever dan ik. De douche na de tijd is toch wel lekker. Ze zeggen dat ze water gaan halen. Of ze ook wat voor mij mee moeten nemen. Één flesje leeg ik in het keteltje. De ander bewaar ik want je weet het nooit. Hopelijk lukt het hen dan is het wat handiger met eten koken en tandenpoetsen.  

Rond zes uur komen ze terug. Het is gelukt. Water. Aangenaam. Ondertussen heb ik het matje opgepompt en lig ik de foto's van de afgelopen dagen te bekijken. Als ik zo terug kijk een hele reis weer. Het is morgen nog 13 kilometer tot het puntje. Dan nog vijf naar beneden lopen tot Skagen. Om twee uur kan ik bij de accommodatie terecht. Als het goed is heb ik het morgen dus goed in de vingers.

Half zeven ga ik eten maken. Met de primus en het keteltje macaroni koken. De mix in de beker door elkaar roeren. En dan weer wat stukjes kaas erbij. Het smaakt goed. Rond half acht heb ik de afwas ook gedaan. Dankzij de fles water die het stel voor mij meenam heb ik nu nog een flesje over. Dat scheelt weer. En dan in enen is er internet. Zomaar uit het niets. Geen idee voor hoe lang. Daarom sla ik het verhaal alvast op. Het stel gaat nog even op het strand kijken nu het nog kan. Zij gaan morgen met de trein vanuit Skagen naar huis.

Op een hekje zit ik nog even lekker buiten. Dan hoor ik allerlei gekwetter. In een verrot paaltje heeft een koolmees een nestje. Het zit onder een bordje. Hoe verwonderlijk. En het is voedertijd. Het staartje van de koolmees krijg ik nog op de foto. Ook dwarrel ik nog een heel klein stukje het karrenspoor op en neer. Niet te gek. Vandaag heb ik immers al genoeg gelopen. De zonsondergang is fantastisch mooi. Rond negen uur poets ik mijn tanden. Dan ga ik de tent in. De telefoon en de Fitbit aan de powerbank. Een muziekje luisteren via de mp3. Er is hier verder weinig te doen. Tien uur doe ik de oordopjes uit.

Foto’s